Alligators onder het bed

Een luidruchtige vlucht in een omgebouwd militair propellorvliegtuig voert ons van het koude hooggebergte van La Paz naar de warme jungle van Rurrenabaque. Het verschil is enorm en we zoeken snel de warm weer kleren op die diep onderin onze tas zitten. Rurrenabaque is een dorp middenin de jungle en vlakbij de pampas. Het is voornamelijk een toeristenoord, maar gelukkig niet echt druk als wij er zijn. Vanuit ons hostal (met zwembad) hebben we een fantastisch uitzicht over de rivier en de jungle erachter. Het bevalt ons zo goed dat we al na één dag besluiten onze vlucht uit te stellen, wat gelukkig heel makkelijk is bij de militaire luchtvaartmaatschappij.

We nemen een tour naar de twee heel verschillende soorten natuur die in de buurt van 'Rurre' te vinden zijn: de pampas en de jungle. De pampas is een moeraslandschap waar je alleen met een bootje doorheen komt. We zien er heel veel dieren: dolfijnen, reigers, veelkleurige 'pampaskalkoenen' waar we de naam niet van weten, blaasbalgvogels, papegaaien, een toekan, een luiaard, verschillende soorten apen, alligators en nog meer. Sommige dieren komen wel heel dichtbij: Onder onze lodge, die op palen boven water staat, liggen twee grote alligators, we zwemmen vlakbij dolfijnen, we vangen onze eigen pirañamaaltijd en de insecten prikken ons bijna lek (Rianne telt meer dan 40 bulten op slechts één dij). Andere dieren houden zich juist verborgen: van de capibara en anaconda vinden we slechts sporen.

In de jungle zijn ook wel veel dieren te vinden, maar de begroeiing is zo dik dat we een everzwijn op vijf meter afstand onmogelijk kunnen zien. We gaan met het zweet, de zonnebrand en de deet van de pampas nog in onze kleren direct door naar de jungle. We slapen in een hut bij een lokale familie. Het dak is bedekt met palmbladeren en de vloer is niets meer dan aangestampte aarde. In de keuken wordt gekookt op open vuur, terwijl achter de deur een kip en een eend aan het broeden zijn. Elke keer als we daar een fles water vandaan pakken kijken ze ons verstoord aan.

's Nachts is de jungle vol geluiden: van brulapen in de verte tot verdacht gekraak net buiten de wc. Een beetje eng, omdat de gids ons vlak voor het slapen heeft verteld dat er in het donker regelmatig jaguars langskomen om een kipje te snaaien.Overdag lopen we naar een waterval en beklimmen we een berg voor een mooi uitzicht. Volgens de man van het tourbedrijf hoefden we geen loopschoenen mee te nemen wat helaas een fout blijkt: met gladde zolen door modder, beekjes en jungle ploeteren is behoorlijk lastig. Maar de verkoelende waterval en het mooie uitzicht over de jungle zijn het waard. Tijdens het lopen maakt onze gids geluiden van bijna ieder dier in de jungle, maar de dieren komen er niet op af.

Na de flinke wandelingen krijgen we heerlijk eten van de familie. Tijdens het eten komt er regelmatig een kip of eendenfamilie op bezoek in de hut, op zoek naar eten. Blijkbaar ziet de kleine teen van Bernard er in het bijzonder smakelijk uit, want er wordt regelmatig naar gepikt. Ook de twee honden komen vaak binnenwandelen en gaan tegen onze voeten aanliggen. Dit een beetje tegen onze zin in, want de ene lijkt vlooien te hebben en de ander heeft een open wond op zijn rug.

's Nachts krijgen we toch nog wat wilde dieren te zien, bijna té dicht bij de hut waar we slapen: op tien meter van ons bed vinden we meerdere vogelspinnen, zo groot als onze hand.

We sluiten ons bezoek aan Rurre af door nog even goed van het warme klimaat te genieten bij het zwembad en helaas genadeloos te verbranden, ondanks de vele lagen factor 50 zonnebrand die we opgesmeerd hebben.